Met drie kanshebbers gaan we naar de laatste race van het seizoen. Zelden hebben we zo een spannend seizoenseinde meegemaakt, ook al zag het er halverwege niet naar uit. De druk ligt hoog: er mag geen seconde verzwakt worden, en de eerste die een foutje maakt is alles verloren. Het verhaal van de drie honden en het been is al vaker vermeld, de vraag is dan enkel wie het been mag afknabbelen. Het doet me denken aan 1986.

Ayrton Senna, Alain Prost, Nigel Mansell en Nelson Piquet

Even een terugblik. Midden jaren ’80 domineren Williams en McLaren de Formule 1. Het jaar voordien was Alain Prost voor de eerste maal wereldkampioen geworden, maar hij kreeg in 1986 concurrentie van de ijzersterke Williams’en. Nigel Mansell verkeerde in topvorm en bij het ingaan van de laatste race had de Engelsman een voorsprong van zes punten op Prost en zeven op Piquet. Vierde in de stand was Ayrton Senna, maar met tien punten achterstand was hij uitgeschakeld voor de wereldtitel. Het enige wat Mansell moest doen om wereldkampioen te worden is in de punten eindigen.

Het Williams-duo Mansell-Piquet was ruim het sterkste van het seizoen, maar net als zo vaak lieten ze veel steken vallen tijdens het seizoen. Prost eindigde regelmatiger in de punten en maakte zo nog kans op de titel. Honderdvijftigduizend supporters zagen in Adelaide hoe Mansell vanuit polepositie vertrok, voor Piquet, Senna en Prost.

In de tweede bocht nam Senna de leiding over. Ook Piquet en Rosberg gingen voorbij Mansell. Wat verderop geraakte Piquet ook opnieuw voorbij Senna, die in de vijf komende ronden terugviel naar de vierde plaats. Rosberg ging ook Piquet voorbij en begon een voorsprong uit te bouwen. Prost geraakte voorbij Mansell en in de 23ste ronde ook voorbij Piquet, die gespind was. Acht ronden later kreeg Prost te maken met een lekke band en moest noodgedwongen een pitstop maken, waardoor hij terug viel naar de vierde plaats. Rosberg leidde, voor Mansell, Piquet en Prost. Tot nu toe was Mansell wereldkampioen.

Thriller tot de finish

Piquet slaagde er uiteindelijk in om teamgenoot Mansell te passeren, maar Prost naderde snel en met nog 25 ronden te gaan kwam de top drie van het jaar in een rechtstreeks duel met elkaar. Dat duel werd in de 62ste ronde een duel om de overwinning. Rosberg kreeg een bandenprobleem en gaf op waardoor Mansell de race leidde, voor Piquet en Prost. Zoals de stand op dit moment was, werd Mansell de eerste Engelse wereldkampioen in tien jaar. Maar Dame Fortuna had andere plannen.

Ronde 64, het einde van Brabham Straight, waar de wagens om en bij de 320 kilometer per uur halen. De banden van de Williams vertonen al enkele ronden kleine blaren en uitgerekend Nigel Mansell zijn linkerachterband begeeft het. Met een geweldig staaltje stuurmanskunsten kan hij zijn wagen op de baan houden, maar Mansell moet toch. Prost valt niet uit en dus vangt de Engelsman bot.

Integendeel, Williams ziet zich verplicht de banden van Piquet ook te wisselen en Prost neemt de leiding over. Piquet behoudt wel zijn tweede plaats en kan nog veel tijd goed maken in de laatste ronden, maar het is te laat. Prost wint, met vier seconden voorsprong op Nélson Piquet en een volle ronde voor op Stefan Johansson. Mansell en Williams winnen nog wel de constructeurstitel met ruime voorsprong, maar de rijderstitel gaat uiteindelijk naar Prost en McLaren.

De stand voor Adelaide: 1. Mansell – 70 punten, 2. Prost – 64 punten, 3. Piquet – 63 punten.
De stand na Adelaide: 1. Prost – 72 punten, 2. Mansell – 70 punten, 3. Piquet – 69 punten.

By peter