De mooiste ronde ooit

De Britten hadden in 1993 twee races: Silverstone en Donington. Leuk, zo dacht men, de Engelsen zijn altijd al een dolenthousiast publiek geweest als het op autoraces aankwam. Wat men echter niet had voorzien was het feit dat de race in Donington, die uiteindelijk de naam Grand Prix van Europa meekreeg, verreden werd begin april met druilregen, zes graden boven het vriespunt en de mediatent onder water tot gevolg.

Althans, zo verliep het op de racedag. Zowel op vrijdag als zaterdag bleef het droog en waren de beide Williams-Renault’s duidelijk de snelste. Alain Prost vertrok op polepositie, gevolgd door teamgenoot Damon Hill. Schumacher, Senna en Wendlinger volgen op meer dan anderhalve seconde. Dat was op het droge. Bij Williams hoopt men dat het ook zondag droog blijft, Senna bidt om regen. De Braziliaan krijgt zijn zin, het regent op racedag maar toch speelt hij vierde plaats in de eerste bocht kwijt te spelen aan Wendlinger. Maar dan rukt de Braziliaan op.

Dat is de druppel, letterlijk dan, Wendlinger moet er aan geloven in bocht 3. Schumacher in bocht 4. Damon Hill houdt het uit tot bocht 6. We zijn een halve ronde ver en Senna is al drie plaatsen opgeschoven. Voor hem rijdt nu enkel nog Alain Prost, de Fransman ziet Senna voorbij komen in de voorlaatste bocht.

De regen wordt afgewisseld met droge periodes, het zorgt ervoor dat Prost achtmaal van banden wisselt. Hill zeven keer, Schumacher haalt zelfs de eerste stop niet. Senna komt slechts vier keer binnen, hij bouwt in de regen zelfs op slicks zijn voorsprong uit. Hill is de enige die in dezelfde ronde eindigt, op net geen anderhalve minuut van Senna, Prost eindigt op een ronde.

Beslist in het laatste half uur

Zoals zo vaak werd ook nu de wereldtitel in de laatste race van het kampioenschap beslist. Jacques Villeneuve en Michaël Schumacher vochten in 1997 een fel duel uit. Villeneuve domineerde de eerste seizoenshelft maar verloor veel terrein in het tweede deel. Na Japan stond Schumacher één puntje voor op de Canadees.

Zoals gewoonlijk bij een opmerkelijke race begint met een opmerkelijke kwalificatiesessie. Villeneuve, Schumacher en Frentzen rijden alle drie 1′21.072. Damon Hill zet zijn Arrows-Hart trouwens op een vierde plaats, op 0.058. Arrows was in die tijd ook al gedoemd tot rode lantaarn.

Frentzen komt het beste weg en neemt in de eerste bocht de leiding, voor Villeneuve en Schumacher. Het wordt een traditioneel kat- en muisspel, tot aan de tweede reeks pitstops. Frentzen is weggezakt naar de vijfde plaats, Schumacher en Villeneuve rijden de hele race op enkele meters van elkaar. De Duitser rijdt als eerste de pits, Villeneuve volgt niet veel later.

Maar dan begint het pas. Villeneuve loopt zienderogen in op Schumacher en rijdt al snel een gat van een tiental seconden dicht. De Canadees valt Schumacher aan maar wanneer hij ernaast komt rijdt de Duitser op hem in. Het doet denken aan Adelaide 1994, nu valt Schumacher in zijn eigen kuil. De Ferrari glijdt er af, de Williams kan verder gaan.

Mika Häkkinen neemt in Jerez zijn eerste overwinning. Coulthard eindigt op 1.654, Villeneuve op 1.803. De Canadees wordt tot wereldkampioen gekroond, Schumacher wordt een maand later uit de eindstand geschrapt. De Duitser mag wel zijn punten, overwinningen en andere prularia behouden.

De kleintjes profiteren van de grote fouten

In 1999 zorgde de regen opnieuw voor spektakel. Frentzen behaalde op zaterdag de polepositie, voor Coulthard, Häkkinen en Ralf Schumacher. Bij de herstart – de eerste werd afgeblazen omdat er iemand op de grid bleef stilstaan – behoudt Frentzen de leiding, Häkkinen slaagt er na de eerste bocht in om Coulthard te passeren. In het middenveld gaat het intussen geweldig fout voor Pedro Diniz.

Würz wil een stilvallende Damon Hill ontwijken maar ziet Diniz niet langszij komen Hij knalt op de Braziliaan in waardoor die de lucht wordt in gekatapulteerd. Even vreest iedereen het ergste maar Diniz komt er met de schrik van af, het wordt de voorbode van een spektakelstuk.

Na de eerste reeks pitstops breekt de hel los. Frentzen valt meteen bij het buiten rijden stil met elektronische problemen. Häkkinen was al bij de eerste dreiging van regen banden gaan wisselen, een tactische fout van McLaren. Coulthard moet het lang afleggen tegen de Williams van Ralf Schumacher, maar uiteindelijk is de Schot toch de meerdere en rijdt hij na het uitvallen van Frentzen enkele ronden aan de leiding. Bij Ferrari vergeet men een vierde band voor Irvine klaar te leggen: de Ier staat 45 seconden in de pits.

Dan gaan de hemelsluizen open. Coulthard blijft zo lang mogelijk buiten rijden terwijl de andere rijders banden wisselen, en daar gaat hij dan ook mee in de fout. Net op het moment dat McLaren zich klaarmaakt glijdt hun coureur van de baan, en tegen de bandenstapels. Ralf Schumacher neemt de leiding over. Enkele ronden later wordt het opnieuw droog, een nieuwe bandenwissel is het gevolg.

Giancarlo Fisichella neemt nu de leiding over, maar als alle wagens goed en wel opnieuw in een ritme zitten openen de hemelsluizen opnieuw. Fisichella maakt dezelfde fout als Coulthard en ziet zijn eerste overwinning letterlijk in het water vallen. Ralf Schumacher pakt terug over maar krijgt een klapband wanneer hij de pitstraat net is gepasseerd. Wie er uiteindelijk aan de leiding rijdt? Johnny Herbert in zijn Stewart-Ford.

Met nog vijftien ronden te gaan rijdt Herbert op kop, voor Trulli, Barrichello, Badoer, Ralf Schumacher die teruggevallen is naar een vijfde plaats. In de 53ste ronde moet ook Luca Badoer, op dat moment op een vierde plaats in zijn Minardi, met versnellingsbakproblemen aan de kant. Villeneuve moet met koppelingsproblemen opgeven, er blijven er nog 9 van de 22 over.

In de laatste tien minuten begint Häkkinen aan een remonte. Eerst haalt hij Irvine in en twee ronden voor het einde moet ook Marc Gené eraan geloven. Herbert wint de eerste – en tevens ook de laatste – race van Stewart, voor Jarno Trulli en Rubens Barrichello in de tweede Stewart. Ralf Schumacher grijpt net naast het podium, Häkkinen kan met zijn twee punten opnieuw een heel klein beetje uitlopen op Eddie Irvine, die als zevende eindigt. En Marc Gené brengt met zijn zesde plaats het eerste puntje naar Minardi sinds 1995.

By peter