Hallo allemaal,

Ik schrijf deze column nog net voor ik uit Indianapolis vertrek, op weg naar Europa. En ja, ik kan terugblikken op twee uitstekende weken. Ik reed negen punten bij elkaar en we hebben vooral kunnen vaststellen dat we geen terrein hebben verloren op BMW. Nu moeten we proberen om BMW voorbij te gaan en het derde team in het kampioenschap te worden. Op basis van de voorbije twee races lijken we goed op weg om dat te doen. Stap voor stap, uiteraard.

 Ook Indianapolis was als circuit helemaal nieuw voor mij. Zodra ik vrijdag op het circuit verscheen, voelde ik dat ik het juiste ritme had. Je hoort wel eens rijders klagen over Indy, ze zeggen dat het er niet leuk rijden is, te eenvoudig en een beetje al te zeer van het zogenaamde Mickey Mouse type.
Daar ben ik het dus niet mee eens. Ik vond het een leuk circuit, een uitdaging, en een circuit waarop je de auto tegen zijn limiet kunt gooien. Maar voor mij was het vooral heel speciaal om voor het eerst op die piste te racen. Indianapolis is een plaats met geschiedenis. Je snuift die speciale sfeer zo op als je er aankomt.

Toen we in Indianapolis aankwamen, gonsde het in de pers nog van geruchten over mijn toekomst in het team. Eigenlijk was dat al het geval in Montreal. Het leek wel alsof sommigen me daar meteen naar huis wilden sturen, maar ik gaf een duidelijk antwoord in de race: ik werd vierde, mijn beste resultaat in F1. Ja, nogal wat mensen kletsten maar wat raak en verzonnen allerlei verhalen, maar dat raakt me niet. Ik weet dat het team achter me staat en vertrouwen in me heeft. Je kunt trouwens alleen maar je job doen en het beste van jezelf geven. Dan verdwijnen al die geruchten vanzelf.

Ook in Indianapolis liep het lekker. Ik was vijftiende in de eerste oefensessie, achtste in de tweede vrije training, vierde in de derde, zesde in de kwalificaties en vijfde in de race. Nogal wat journalisten vroegen me of mijn prestatie in Montreal mijn vertrouwen had opgekrikt. Neen, helemaal niet. Omdat ik altijd in mezelf ben blijven geloven en altijd op de limiet heb gereden. Het verschil in Indianapolis was dat
ik helemaal geen technische problemen had en geen fouten maakte. Ik reed dus veel rondjes en kon de auto perfect afstellen. Dat kwam tot uiting in het einde resultaat.


De race zelf was zeer boeiend voor mij. Ik nam een goede start, keek naar de binnenkant van de piste, maar zag dat daar geen plaats was. Dus ging ik buitenom en raakte zo voorbij de Ferrari van Raikkonen. Vanaf dan was het een kwestie van geen fouten maken en proberen contact te houden met de auto’s voor me. En ondertussen natuurlijk geen fouten maken, zodat Kimi niet voorbij kon. Dan ging Raikkonen binnen voor zijn eerste stop, net als de auto’s voor me, en reed ik een vijftal ronden aan de leiding. Of me dat iets deed? Eigenlijk niet, neen. Ik was veel te geconcentreerd en probeerde zo snel mogelijke rondjes te trekken. Eigenlijk besefte ik niet dat ik aan de leiding reed tot ik binnenging voor mijn pitstop…

Na die eerste pitstop reed ik in de buurt van Heidfeld, maar ik voelde dat ik niet voorbij zou raken.
Ik probeerde dus maar gewoon te volgen. We zaten in hetzelfde ritme, maar mijn auto was iets moeilijker om besturen omdat Heidfeld de luchtstroom voor mij verstoorde. Bovendien begonnen mijn banden minder goed te presteren. Natuurlijk bleef ik er alles uit persen, want ik zag dat hij foutjes maakte. Na de tweede pitstop kreeg hij een probleem en viel uit. Voor mij was het dan gewoon een kwestie van vasthouden aan mijn positie en de auto naar de finish brengen. Met een top vier die van problemen gespaard bleef, was dat het beste dat we konden hopen. Vijfde was misschien wel een plaatsje minder dan in Montreal, maar de omstandigheden waren dan ook helemaal anders.

En nu? Wel, dinsdag ga ik al testen op Silverstone. Er staan deze week drie dagen op het programma, en dan reis ik naar Parijs voor wat promotie. Woensdag daarna is het dan op naar Magny-Cours.
Het seizoen is nu goed bezig, het wordt nu ontzettend druk, maar daar heb ik geen probleem mee.
Ik heb mijn ritme gevonden, en ik zit dolgraag in die auto. Eigenlijk zou ik wel ieder weekend willen racen…

By peter