Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

14 mei 1972

Jean-Pierre Beltoise (BRM) wint de Grote Prijs van Monaco. De Fransman, die de vierde tijd rijdt in de kwalificaties, schiet bij de start meteen naar de kop van de race en rijdt in een verregende race van start tot finish aan de leiding. Jacky Ickx (Ferrari) eindigt als tweede als enige binnen dezelfde ronde als Beltoise, Emerson Fittipaldi (Lotus) wordt als derde al gedubbeld. De resterende punten zijn voor Jackie Stewart (Tyrrell), Brian Redman (McLaren) en Chris Amon (Matra). Aangezien er in die dagen nog geen maximum duur voor de race bepaald is, zijn er voor de tachtig ronden op het stratencircuit bijna tweeënhalf uur nodig. Beltoise behaalt zijn eerste en enige Formule 1-zege in zijn carrière, voor BRM wordt het de laatste. Ook Olivier Panis (1996) en Jarno Trulli (2004) zullen later hun enige overwinning ooit in Monaco behalen. In 1972 wordt de Grote Prijs van Monaco voor het laatst op de klassieke configuratie van het circuit verreden, dus inclusief de korte tunnel en het rechte stuk vanaf Tabac langs het havenfront tot aan de krappe haarspeldbocht voor het start- en finishgedeelte. Vanaf 1973 zal dit circuitgedeelte er totaal anders uitzien, met een langere tunnelgalerij, een chicane rond het nieuw aangelegde zwembad en een lus aan het restaurant La Rascasse.


SDG

#361
15 mei 1986

In een ziekenhuis in Marseille overlijdt Elio de Angelis. De Italiaanse coureur, die 28 jaar werd, is de dag voordien zwaar gecrasht met zijn Brabham-BMW tijdens testritten op het circuit van Paul Ricard, wanneer zijn achtervleugel afbreekt. De auto vliegt over de vangrails en komt ondersteboven tot stilstand, waarna hij in brand vliegt. De kwetsuren van de Angelis zijn niet dodelijk, maar hij kan zich niet op eigen kracht uit het brandende wrak bevrijden. De veiligheidsdiensten komen veel te laat bij de plaats van het ongeval aan en ook een helikopter die hem naar het ziekenhuis moet brengen laat veel te lang op zich wachten. Inademing van giftige rookgassen wordt de Italiaan uiteindelijk fataal. De dood van de Angelis leidt tot verscherpte veiligheidsmaatregelen in de Formule 1; voortaan zullen ook bij testritten de veiligheidsdiensten op de circuits volledig stand-by moeten staan. Ook wordt na het ongeval het besluit genomen de turbomotoren, die de afgelopen jaren voor een snelheids- en vermogensexplosie gezorgd hebben, af te schaffen. Na een overgangsperiode zullen deze vanaf 1989 volledig verboden worden. Na de dood van de Angelis blijft de Formule 1 tot in 1994 gespaard van dodelijke ongevallen. De Fransman Jean Alesi zal als eerbetoon aan de verongelukte coureur diens helmdesign overnemen.



Elio de Angelis aan het werk in de Grote Prijs van Monaco 1986, slechts enkele dagen voor zijn dood.

SDG

16 mei 1999

Michael Schumacher (Ferrari) wint de Grote Prijs van Monaco, voor zijn teamgenoot Eddie Irvine en titelverdediger Mika Häkkinen (McLaren-Mercedes) en pakt zo zijn tweede zege van het seizoen. In de kwalificaties is de Fin nog de snelste, maar aan de finish zijn de rollen omgedraaid. De resterende punten zijn voor Heinz-Harald Frentzen (Jordan-Honda) en het Benetton-duo Giancarlo Fisichella en Alexander Wurz. In de strijd om het wereldkampioenschap vergroten Schumacher en Ferrari hun voorsprong op de concurrentie. De Duitser leidt nu met 26 punten, tegenover 18 voor Irvine en 14 voor Häkkinen. De zege van Ferrari in Monaco is historisch; het is immers de allereerste keer sinds de start van het Wereldkampioenschap Formule 1 in 1950 dat de Scuderia een dubbelzege scoort in de straten van het prinsbisdom.


SDG

17 mei 1981

Op het circuit van Zolder wordt de Grote Prijs van België verreden. Het wordt een incidentrijk weekend, dat al op vrijdag een triest begin kent wanneer Osella-monteur Giovanni Amedeo in de drukbevolkte pitstraat wordt aangereden door de Williams van Carlos Reutemann en nadien overlijdt aan zijn verwondingen. Voor de start van de race besluiten de teams een korte stakingsactie te houden om aandacht te vragen voor meer veiligheid. Eenmaal de actie afgelopen is en iedereen naar zijn plaats terugkeert, verzandt de startprocedure echter in totale chaos. Nelson Piquet (Brabham) rijdt in de algehele verwarring nog een extra ronde, terwijl de rest van de wagens op de grid blijft staan. Niemand weet nog precies of de race nu echt gestart gaat worden of er een nieuwe opwarmronde komt, terwijl verschillende wagens door de lange stilstand oververhit beginnen te raken. Onder hen de Arrows van Riccardo Patrese, wiens motor afslaat, waarop een Arrows-monteur de startgrid oprent om de wagen opnieuw te starten. Op dit moment wordt echter de start van de race gegeven. Patrese's teamgenoot, de Italiaan Siegfried Stohr, kan de stilstaande auto niet meer ontwijken en rijdt op de monteur in die achteraan de wagen aan het werk is. Terwijl zich op de startgrid hartverscheurende taferelen afspelen, rijdt de rest van het peloton nog twee rondes vooraleer de race uiteindelijk dan toch gestopt wordt. Velen vrezen een nieuw drama, doch de verwondingen van de Arrows-monteur blijken gelukkig nog mee te vallen. Nadat de puinhopen opgeruimd zijn, wordt de race uiteindelijk herstart. Nadat Nelson Piquet en Alan Jones uit de wedstrijd crashen, behaalt Jones' teamgenoot Carlos Reutemann een gemakkelijke zege, voor Jacques Laffite (Ligier) en Nigel Mansell (Lotus), die zijn eerste podiumplaats uit zijn carrière pakt. De race wordt na 54 van de 70 geplande ronden definitief stopgezet wanneer het begint te regenen; een einde helemaal in stijl van de rest van het chaotische raceweekend, dat er één is om snel te vergeten.





SDG

18 mei 1958

In de straten van Monaco wordt de tweede Grote Prijs van het seizoen 1958 verreden, maar liefst vier maanden na de seizoensopener in Argentinië. De Fransman Maurice Trintignant is na honderd ronden op het stratencircuit de beste en bezorgt constructeur Cooper daarmee de tweede zege op rij, nadat de Brit Stirling Moss al in Buenos Aires won. Voor de Fransman is het zijn tweede zege uit zijn carrière, nadat hij in 1955 zijn eerste overwinning ook al in Monaco pakte. De Italiaan Luigi Musso (Ferrari) eindigt net als in Argentinië tweede en wordt daarmee leider in de WK-stand, zijn Britse teamgenoot Peter Collins wordt derde. De overige punten zijn voor de Australiër Jack Brabham (Cooper) en de Amerikaan Harry Schell (BRM). Aan de race nemen zestien wagens deel, terwijl er eenendertig inschrijvingen zijn. Onder de vijftien niet-gekwalificeerden bevinden zich twee opmerkelijke debutanten: de Italiaanse Maria Teresa de Filippis, de eerste vrouwelijke piloot in de Formule 1-geschiedenis, en de Brit Bernie Ecclestone, die later succesvoller zal blijken te zijn als teambaas en zakenman dan als autocoureur. Een andere debutant, de Brit Graham Hill, slaagt er wel in zich te kwalificeren, en dit voor een team dat eveneens zijn debuut maakt in de Formule 1: Lotus.



Het Ferrari-duo Luigi Musso en Peter Collins in de haarspeldbocht voor start en finish. Beiden zouden de zomer niet overleven.

SDG

19 mei 1996

Olivier Panis (Ligier-Honda) is de verrassende winnaar van de Grote Prijs van Monaco. Voor de Fransman is het de eerste en ook enige zege in zijn Formule 1-carrière, terwijl het voor zijn werkgever Ligier, dat aan het eind van het seizoen zal ophouden te bestaan onder die naam en vanaf 1997 naar zijn nieuwe eigenaar Alain Prost genoemd zal worden, de eerste overwinning is sedert 1981. De wedstrijd wordt onder wisselvallige weersomstandigheden verreden en het eerste belangrijke slachtoffer hiervan is polesitter Michael Schumacher, die zijn Ferrari op de natte baan al in de eerste ronde in de vangrails zet. Damon Hill (Williams-Renault) lijkt op weg naar een vlotte zege, tot hij halverwege de race met een kapotte motor langs de kant moet. Hierna komt vervolgens Jean Alesi (Benetton-Renault) op kop, maar ook hem is het succes niet gegund, want een twintigtal ronden voor het einde valt hij uit met een defecte ophanging. Het brengt Olivier Panis verrassend aan de leiding en hij zal deze niet meer afstaan. De race in Monaco is een ware uitputtingsslag: van de eenentwintig starters worden er zeven geklasseerd en slechts drie wagens halen ook daadwerkelijk de finish; iedereen die de wedstrijd uitrijdt komt dus op het podium terecht. Na Panis zijn dat nog David Coulthard (McLaren-Mercedes) – die omwille van problemen met het vizier van zijn eigen helm met een van Michael Schumacher geleend exemplaar rondrijdt – en Johnny Herbert (Sauber-Petronas).



Eerste en enige overwinning van Olivier Panis



David Coulthard met de helm van Michael Schumacher

Wizard

Had het niet te maken met het vizier dat constant besloeg?

SDG

20 mei 1984

Niki Lauda (McLaren-Porsche) wint in Dijon de Grote Prijs van Frankrijk en pakt zo zijn tweede zege van het seizoen. In de kwalificaties is Patrick Tambay (Renault) nog de snelste, maar in de race moet hij de Oostenrijkse tweevoudige wereldkampioen laten voorgaan. Voor het Renault-fabrieksteam is het overigens de laatste polepositie in de eerste periode van zijn bestaan, van 1977 tot en met 1985. De overige punten zijn voor Nigel Mansell (Lotus-Renault), René Arnoux (Ferrari), Elio de Angelis (Lotus-Renault) en Keke Rosberg (Williams-Honda). WK-leider Alain Prost kent een moeizame wedstrijd en eindigt als zevende net buiten de punten. De Fransman behoudt zijn leidersplaats in het wereldkampioenschap, doch hij ziet zijn teamgenoot Niki Lauda tot op zes punten naderen. De Formule 1 komt in 1984 voor het laatst naar het circuit van Dijon-Prenois.



Patrick Tambay leidt hier nog voor Niki Lauda, maar aan de finish is de volgorde omgedraaid




gloudiesaurus

Citaat van: Wizard op 19 mei 2012 - 09:18:07
Had het niet te maken met het vizier dat constant besloeg?

Jep DC leende een helm bij Schumacher omdat zijn vizier constant aansloeg. De helm van Schumacher had dat probleem niet.

Overigens crashte Schumacher al in de 1e ronde in de vangrail met de Ferrari...

Verstappen was de enige die startte op droogweerbanden, wat achter gezien de juiste keus was, maar werd in de 1e bocht door Hakkinen in de vangrail gedrukt. Hoe mooi had het kunnen zijn. Maja als als als  ;)
GPPits.net: als Formule 1 een passie is

SDG

21 mei 1978

Mario Andretti (Lotus) wint in Zolder de Grote Prijs van België. De Amerikaan rijdt voor het eerst met de nieuwe Lotus 79, die hij niet alleen op pole zet maar waarmee hij meteen ook van start tot finish aan de leiding rijdt. De verzamelde concurrentie krijgt zo meteen een voorsmaakje voor de rest van het seizoen, dat helemaal door het team van Colin Chapman gedomineerd zal worden. Teamgenoot Ronnie Peterson maakt het feest compleet door met de oude Lotus 78 als tweede te finishen, derde en vierde zijn de Ferrari's van Carlos Reutemann en Gilles Villeneuve. De Canadees rijdt lange tijd in tweede positie, tot een lekke band hem terugwerpt. Voor James Hunt, Niki Lauda en Emerson Fittipaldi is de race nog voor de eerste bocht al afgelopen door een startcrash, terwijl achterin het veld het kleine Franse Martini-team zijn eerste Grand Prix rijdt. Het betekent eveneens het Formule 1-debuut voor hun rijder René Arnoux. Mario Andretti neemt door zijn overwinning de leiding over in de WK-stand en hij zal die de rest van het seizoen niet meer afstaan.



SDG

22 mei 1983

Voor de eerste keer sedert 1970 keert de Formule 1 terug naar het circuit van Spa-Francorchamps. De omloop in de Ardense bossen heeft voor deze terugkeer echter wel een grondige metamorfose ondergaan, waarbij de totale circuitlengte zowat gehalveerd is. Niettemin zijn enkele essentiële traditionele passages, zoals de Source-haarspeldbocht, de adembenemende Raidillon-bocht en het supersnelle stuk bij Blanchimont, nog steeds aanwezig. Hierdoor is ook het klassieke karakter van het circuit, dat met zijn zeven kilometer nog steeds het langste is van de hele Formule 1-kalender, gevrijwaard gebleven. Spa blijft daardoor ook in zijn nieuwe gedaante een uitdaging voor iedere rijder en een circuit 'waar de jongens van de mannen gescheiden worden'. Na vijf verschillende winnaars in de eerste vijf races kent het seizoen 1983 in België voor het eerst geen nieuwe winnaar; het is de Fransman Alain Prost (Renault) die net als in de derde race in Frankrijk de beste is en zo de nieuwe leider in de WK-stand wordt. Al ziet het er aanvankelijk nog sterk naar uit dat er in de zesde race alsnog een zesde winnaar zal komen: Andrea de Cesaris (Alfa Romeo). De Italiaan, die van op de tweede rij start, wurmt zich onmiddellijk voorbij poleman Prost naar de leiding en weet die de eerste wedstrijdhelft te behouden, tot hij uiteindelijk met pech uitvalt. Prost wint zo uiteindelijk voor zijn landgenoot Patrick Tambay (Ferrari) en zijn eigen teamgenoot, de Amerikaan Eddie Cheever. De Belg Thierry Boutsen rijdt in een Arrows voor eigen publiek zijn eerste Formule 1-race in plaats van de gedumpte Braziliaan Chico Serra, maar lang duurt zijn debuut niet: na vier ronden moet hij reeds met een gebroken ophanging naar de kant. Niettemin heeft hij de teamleiding van Arrows voldoende weten te overtuigen om voor de rest van het seizoen zijn zitje te behouden.



SDG

23 mei 2004

Jarno Trulli (Renault) wint de Grote Prijs van Monaco. Voor de Italiaan, die in de kwalificaties tevens zijn eerste polepositie pakt, is het zijn eerste en enige overwinning in de Formule 1. Het is, na vijf zeges op rij, ook de eerste race dit jaar die niet door titelverdediger Michael Schumacher (Ferrari) gewonnen wordt. De Duitser verdwijnt uit de race tijdens een safetycarfase, ontstaan na een crash van Fernando Alonso (Renault) bij het uitkomen van de tunnel. Schumacher zelf wordt in de tunnel plotseling aangereden door de vlak achter hem rijdende Juan-Pablo Montoya (Williams), waardoor de race van de wereldkampioen in de vangrails eindigt. Eerder is er al een safetycarfase nadat de Japanner Takuma Sato (BAR-Honda) zijn motor opblaast. Door de dichte rookwolken is het zicht op de plaats van het onheil zo goed als nul, waardoor Giancarlo Fisichella (Sauber-Petronas) achteraan op David Coulthard (McLaren-Mercedes) inrijdt en daarbij spectaculair over de kop vliegt. De Italiaan komt evenwel met de schrik vrij. Uiteindelijk gaat de strijd om de zege in het laatste deel van de wedstrijd tussen Jarno Trulli en Jenson Button (BAR-Honda), een strijd die de Renault-rijder met klein verschil wint. De derde podiumplaats is voor Rubens Barrichello (Ferrari). In de eerste ronde zorgt de Oostenrijker Christian Klien (Jaguar-Cosworth) voor een peperdure crash door zijn voorvleugel stuk te rijden, waarop ter promotie van de film 'Oceans Twelve' een diamant ter waarde van tweehonderdduizend dollar gezet is. Het kleinood raakt los bij de botsing en wordt nooit meer teruggevonden.



SDG

24 mei 1963

Op deze dag wordt in Milaan Ivan Capelli geboren. De Italiaan start zijn autosportcarrière in de karts, waarna hij met succes naar de Formule 3 overstapt. In 1983 wordt hij Italiaans kampioen, in 1984 pakt hij de Europese titel. In 1985 stapt hij vervolgens over naar de Formule 3000 en in hetzelfde jaar krijgt hij de kans om zijn eerste Formule 1-race te rijden bij de Europese Grote Prijs in Brands Hatch. Capelli debuteert bij Tyrrell, dat een vervanger zoekt voor de kort daarvoor tragisch verongelukte Duitser Stefan Bellof. Zijn tweede race in het Australische Adelaide is meteen een voltreffer, want hij finisht als vierde. Niettemin keert hij in 1986 terug naar de Formule 3000, waar hij prompt de titel pakt. Aan het eind van datzelfde jaar keert hij voor twee races terug in de Formule 1, wanneer hij de Italiaanse en Portugese Grote Prijs rijdt voor het nieuwe AGS-team. Voor 1987 scoort hij een fulltime zitje bij het heropgerichte March. Hoewel het team door de atmosferische Ford Cosworth in dat eerste jaar op papier kansloos is, weet hij in Monaco toch als zesde te eindigen en zo een punt te scoren. In 1988 lopen de zaken echter een stuk beter. Het team maakt dit jaar gebruik van de nieuwe atmosferische Judd-motor, zet een tweede wagen in met de Braziliaan Mauricio Gugelmin achter het stuur en beschikt met de door Adrian Newey ontworpen March 881 over een uitstekend chassis. Zowel Capelli als Gugelmin rijden dan ook regelmatig in de punten. Het hoogtepunt voor het team komt er in Portugal, waar Capelli een tweede plaats pakt na Alain Prost. En in Japan presteert de Italiaan het zelfs om met de McLarens te strijden voor de koppositie, tot hij met pech uitvalt. Het team, dat inmiddels volledig overgenomen is door hoofdsponsor Leyton House, heeft dan ook grote verwachtingen voor 1989. Het wordt echter een teleurstellend jaar. Gugelmin wordt nog derde in de openingswedstrijd in Brazilië, maar de rest van het seizoen wordt geen enkel punt meer gescoord. Capelli bereikt slechts tweemaal de finish. 1990 is al even teleurstellend, tot de beide March-wagens in de Franse Grote Prijs op de biljartvlakke omloop van Paul Ricard plotseling eerste en tweede liggen wanneer ze zonder bandenstop de race proberen uit te rijden. Gugelmin valt uit, maar Capelli's wagen houdt het vol. Hij komt echter twee ronden tekort voor de zege, wanneer de Ferrari van titelverdediger Alain Prost hem alsnog weet te passeren. Met de tweede plaats evenaart hij wel zijn beste resultaat. Ook in Silverstone rijdt het team nog steeds in de voorste gelederen rond, maar nadien gaan de resultaten terug bergaf en zakt men terug naar de grijze middenmoot. In 1991 slaagt het team er opnieuw niet in het tij te keren. Het ontslag van Alain Prost bij Ferrari aan het eind van het jaar biedt de Italiaan echter een uitgelezen kans om te tekenen bij een topteam en eindelijk te laten zien wat hij waard is. Het wordt echter een diepe teleurstelling. De nieuwe Ferrari valt zwaar tegen en Capelli scoort slechts tweemaal punten: vijfde in Brazilië en zesde in Hongarije. Nog voor het seizoen ten einde is, wordt hij door de Scuderia aan de kant gezet. Voor 1993 vindt hij alsnog een zitje bij Jordan, maar wanneer hij bij de tweede race in Brazilië zich niet weet te kwalificeren, is het over en uit met zijn Formule 1-carrière.



SDG

25 mei 1997

Jacques Villeneuve (Williams-Renault) wint in Barcelona de Grote Prijs van Spanje. Voor de Canadees is het reeds de derde zege in zes wedstrijden. Man van de race is echter de Fransman Olivier Panis (Prost-Honda), die zich dankzij zijn superieure Bridgestone-banden van de twaalfde startplaats weet op te werken naar de tweede plaats aan de finish. Een andere Fransman, Jean Alesi (Benetton-Renault), wordt derde. Michael Schumacher (Ferrari) heeft een raketstart en schiet in de eerste ronde van de zevende naar de tweede plaats, maar hij kan het tempo van Villeneuve niet bijbenen en valt uiteindelijk naar de vierde plaats terug. De resterende punten zijn voor Johnny Herbert (Sauber-Petronas) en David Coulthard (McLaren-Mercedes), voor wie het zijn eerste puntenfinish is sedert zijn overwinning in de seizoensopener in Melbourne. In de WK-stand neemt Villeneuve (30) door zijn zege opnieuw de leiding over van Schumacher (27). Panis is derde met 15 punten. Bij Sauber neemt de Italiaan Gianni Morbidelli het tweede stoeltje over van zijn landgenoot Nicola Larini.



Matthijs

Mooi seizoen was dat toen, mooie auto's, een aantal topraces en veel tragiek. Dat zullen we over 15 jaar ook over 2012 zeggen...