Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

SDG

#690
20 maart 1972

Op deze dag wordt Pedro Lamy geboren. De Portugees is een veelbelovend talent in de opstapklassen: hij wint in 1992 de Duitse Formule 3-titel – waarbij hij uitkomt voor het team van Willi Weber, de manager van Michael Schumacher – en de Marlboro Masters op Zandvoort. In 1993 stapt hij over naar de Formule 3000, waar hij vice-kampioen wordt na Olivier Panis. Aan het eind van dat jaar mag hij in Monza zijn Formule 1-debuut maken bij Lotus, als vervanger van de in Spa gekwetst geraakte Alex Zanardi. Hij doet bij Lotus de rest van het seizoen uit en wordt tevens bevestigd voor 1994.

In dat jaar is het roemruchte topteam van weleer echter tot achteraan de grid weggezakt en Lamy rijdt ietwat anoniem rond. In de dramatische Grote Prijs van San Marino op Imola is hij betrokken bij een van de diverse zware ongelukken, wanneer hij bij de start met hoge snelheid op de stilstaande Benetton van JJ Lehto inrijdt. De Portugees komt evenwel met de schrik vrij. Minder geluk heeft hij korte tijd later bij een testongeluk op Silverstone, waarbij hij een dubbele beenbreuk oploopt. Het betekent voor Lamy meteen het einde van het seizoen.

Het duurt tot halverwege het seizoen 1995 wanneer hij in de Grote Prijs van Hongarije zijn terugkeer in de Formule 1 maakt, bij Minardi. In de slotrace in het Australische Adelaide is hij één van de weinige coureurs die de eindmeet halen: hij finisht als zesde, meteen goed voor zijn eerste WK-punt en de enige puntenscore voor Minardi van het seizoen. Hiermee is hij tevens de allereerste Portugees die een WK-punt scoort in de Formule 1.

Ook in 1996 rijdt hij voor het kleine Italiaanse team, doch hij kan zijn stunt van het vorige jaar niet meer herhalen en eindigt puntenloos. Het is meteen het einde van zijn Formule 1-carrière. Nadien richt hij zich vooral op de sportwagenracerij, waarbij hij een jaarlijkse verschijning wordt bij de 24 Uren van Le Mans. In 2007 en 2011 finisht hij in een Peugeot tweemaal als tweede overall en 2012 wint hij in een Chevrolet Corvette de GTE-klasse.



SDG

27 maart 1994



Op het Interlagos-circuit in het Braziliaanse Sao Paulo gaat het nieuwe Formule 1-seizoen van start. Een seizoen waar op voorhand met grote interesse naar uitgekeken wordt, aangezien er heel wat nieuwigheden te zien zullen zijn. Vooreerst zijn alle hulpmiddelen als tractiecontrole, launch control, ABS en actieve ophanging vanaf dit jaar verboden, waardoor de stuurmanskunst van de rijders weer centraal komt te staan. Al snel volgt echter de kritiek dat er tegelijkertijd geen verdere acties ondernomen worden om de snelheid van de auto's en de veiligheid van de circuits op te voeren. Ayrton Senna laat in de aanloop van het seizoen optekenen 'dat 1994 wel eens een gevaarlijk seizoen zou kunnen worden'. Een andere nieuwigheid is dat – voor het eerst sedert 1983 – bijtanken in de race vanaf dit jaar opnieuw toegelaten is. Hiermee wil de FIA het spektakel tijdens de races opdrijven. Alras zal echter blijken dat dit tot gevolg heeft dat rijders nu elkaar niet langer op de baan proberen in te halen, maar gewoon door een snellere pitstop te maken een plaatsje trachten te winnen.



Ook op het rijdersvlak is er het nodige veranderd. Wereldkampioen Alain Prost heeft eind 1993 zijn Formule 1-carrière beëindigd en zal zijn titel in 1994 niet verdedigen. Net zoals in 1993 neemt de uittredende kampioen dus niet deel aan het seizoen, waardoor het startnummer 1 opnieuw niet uitgereikt wordt. In de plaats van Prost komt drievoudig wereldkampioen Ayrton Senna na zes jaar McLaren naar Williams-Renault, waar hij team zal vormen met Damon Hill, die nog steeds met nummer 0 rijdt. Ferrari behoudt Jean Alesi en Gerhard Berger, McLaren – dat dit jaar nieuwkomer in de Formule 1 Peugeot als motorenfabrikant achter zich heeft – zet Mika Häkkinen en Martin Brundle in, terwijl bij Benetton-Ford Michael Schumacher eerste piloot blijft, met als tweede rijder de Fin JJ Lehto. Laatstgenoemde crasht echter zwaar tijdens de wintertests met een rugblessure als gevolg, waardoor hij de eerste races van het seizoen forfait moet geven. In zijn plaats mag de Nederlander Jos Verstappen, testcoureur bij het team, in Interlagos zijn debuut maken. Sauber, dat voortaan exclusieve fabriekssteun geniet van Mercedes, zet Karl Wendlinger en de Duitse nieuwkomer Heinz-Harald Frentzen in en Jordan behoudt Rubens Barrichello en Eddie Irvine. Scuderia Italia is het tussenseizoen gefusioneerd met Minardi, maar in hun plaats doen twee nieuwe achterhoedeteams hun intrede: Simtek en Pacific. Nog nieuwkomers in 1994 zijn de Fransman Olivier Panis (Ligier), de Monegask Olivier Beretta (Larrousse) en de Oostenrijker Roland Ratzenberger (Simtek), terwijl Gianni Morbidelli (Arrows), Eric Bernard (Ligier), David Brabham (Simtek), Paul Belmondo en Bertrand Gachot (Pacific) na één of meerdere jaren afwezigheid hun rentree in de Formule 1 maken.



Voorafgaand aan het seizoen is er evenwel één naam die er bij iedereen met kop en schouders bovenuit steekt: Ayrton Senna. De Braziliaan, die door het afscheid van Prost nu eindelijk over de sterkste wagen van het deelnemersveld beschikt, is huizenhoog favoriet om in 1994 de titel te pakken. Aanvankelijk worden de verwachtingen ook helemaal ingelost: de drievoudige wereldkampioen rijdt voor eigen publiek in Sao Paulo naar de polepositie en gaat ook in de race als beste van start. Doch al snel krijgt hij Michael Schumacher achter zich aan. De Duitser start naast Senna op de eerste rij, maar geraakt slecht van zijn plaats weg en moet in de eerste ronde de Ferrari van Jean Alesi nog voor zich dulden. Maar hij komt hoe langer hoe beter in het wedstrijdritme en beide coureurs laten de rest van het deelnemersveld ver achter zich. Wanneer beiden in dezelfde ronde binnenkomen om bij te tanken is de pitcrew van Benetton iets sneller, waardoor Schumacher de leiding kan overnemen. Senna zet alras de achtervolging in, tot hij met nog vijftien ronden te gaan in de laatste linkerbocht voor start en finish dwars komt te staan en zo uitvalt. Schumacher heeft nu het rijk voor zich alleen en wint uiteindelijk met een ronde voorsprong op Damon Hill (Williams-Renault), Jean Alesi (Ferrari), Rubens Barrichello (Jordan-Hart), Ukyo Katayama (Tyrrell-Yamaha) en Heinz-Harald Frentzen (Sauber-Mercedes). Halverwege de race is er in de achtergrond een spectaculair en beangstigend moment, wanneer een inhaalmaneuver van Jos Verstappen op Eddie Irvine slecht afloopt en eindigt in een bijzonder zware crash, waar ook Martin Brundle en Eric Bernard bij betrokken zijn. Iedereen komt met de schrik vrij, doch Irvine, die door de FIA als schuldige wordt aangewezen, zal voor drie wedstrijden geschorst worden. Iedereen heeft het na de race echter vooral over de verrassende zege van Schumacher. 1994 lijkt, indien de lijn van de openingswedstrijd zich doorzet, een spannende tweestrijd in het vooruitzicht te hebben.


SDG

28 maart 2010





Wereldkampioen Jenson Button wint in het Australische Melbourne de tweede Grote Prijs van het seizoen. Het is tevens zijn eerste zege voor McLaren én zijn eerste als wereldkampioen. Hiermee worden meteen twee vliegen in één klap geslagen. Button zelf bewijst dat zijn wereldtitel van het vorige jaar niet louter te danken was aan de technische superioriteit van het Brawn-team en dat hij allesbehalve moet onderdoen voor zijn teamgenoot Lewis Hamilton, de wereldkampioen van 2008. Bovendien wordt in een spectaculaire wedstrijd, die gekruid wordt door regen bij de start, komaf gemaakt met de vrees dat de nieuwe Formule 1 – zonder bijtanken – een doorslagje gaat worden van de saaie optocht in de openingsrace in Bahrein.





Verliezers zijn er in Melbourne echter evenzeer. Bahrein-winnaar Fernando Alonso (Ferrari) draait bij de start achterstevoren na een touché met Button en Michael Schumacher (Mercedes) en moet zich vanaf de laatste plaats terug naar voren vechten. Lewis Hamilton van zijn kant wordt in Q2 geëlimineerd, komt in de race tot tweemaal toe in aanrijding met Mark Webber (Red Bull) – die voor eigen publiek opnieuw de verwachtingen niet kan waarmaken – en maakt zich bijzonder boos om een door de teamleiding opgedrongen bandenwissel op een moment dat hij de tweede plaats binnen handbereik heeft. Deze gaat nu naar Robert Kubica (Renault), die een even verrassende als solide race rijdt achter Button. De Brit is in de beginfase de eerste rijder die op een opdrogende baan naar binnen komt en zijn intermediates wisselt voor droogweerbanden. Wanneer hij in zijn outlap meteen van de baan geraakt, lijkt het erop alsof hij te vroeg de pits opgezocht heeft, maar al snel is hij de snelste man op het circuit en rukt hij onweerstaanbaar op naar voren. Poleman Sebastian Vettel (Red Bull) lijkt buiten bereik, tot hij door een mechanisch defect van de baan vliegt. Voor de Duitse vice-kampioen is het al de tweede keer in evenveel races dat hij de overwinning buiten zijn eigen schuld om uit zijn handen ziet glippen en Button heeft zo meteen vrij spel.





De spectaculaire wedstrijd, die ook nog ontsierd word door een zware crash in de openingsronde tussen Kamui Kobayashi (Sauber), Nico Hülkenberg (Williams) en Sébastien Buemi (Toro Rosso) doet iedereen weer vrede nemen met de Formule 1-nieuwe stijl, waarin Fernando Alonso na zijn vierde plaats – na zijn Ferrari-teamgenoot Felipe Massa – nog steeds de stand aanvoert. De resterende punten in Melbourne zijn voor Nico Rosberg (Mercedes), Lewis Hamilton, Vitantonio Liuzzi (Force India), Rubens Barrichello (Williams), Mark Webber en Michael Schumacher. De zevenvoudige wereldkampioen is net als Alonso veroordeeld tot een inhaalrace na het akkefietje in de eerste bocht van de wedstrijd en weet slechts met veel moeite het laatste puntje in de wacht te slepen, ten koste van Jaime Alguersuari (Toro Rosso) en Pedro De la Rosa (Sauber).



SDG

#693
29 maart 1998

Mika Häkkinen wint in Sao Paulo de Grote Prijs van Brazilië, de tweede race van het seizoen. Het is – de laatste race van 1997 inbegrepen – al de derde zege voor de Fin op rij en ook de derde dubbel voor McLaren, want ook nu weer finisht teamgenoot David Coulthard als tweede. Waar de Schot in de voorgaande wedstrijden op het einde telkens gesommeerd werd om Häkkinen voor te laten, kan de Fin nu echter eindelijk voor het eerst zonder hulp winnen. Het doet echter niets af aan de prestaties van Häkkinen, die op Interlagos het hele weekend onaantastbaar is en van start tot finish aan de leiding rijdt. Coulthard finisht in zijn kielzog als tweede, terwijl Michael Schumacher (Ferrari) als derde al een minuut moet toegeven. De Duitser kent een slechte start en is een hele tijd op achtervolging aangewezen tegenover zijn landgenoot Heinz-Harald Frentzen (Williams). Ondanks dat hij bij zijn laatste pitstop zijn motor laat afslaan, weet Schumacher het duel toch in zijn voordeel te beslechten. Alexander Wurz (Benetton) finisht als vierde, voor Frentzen en Giancarlo Fisichella (Benetton). In de WK-stand leidt Häkkinen nog steeds met het maximum van de punten (20), voor Coulthard (12), Frentzen (6) en Schumacher (4). Bij de constructeurs is de dominantie van McLaren nog groter: ook daar scoren de troepen van Ron Dennis nog steeds maximaal (32), voor Williams (8 ), Ferrari (7) en Benetton (4).


SDG

#694
30 maart 1974

In het Zuid-Afrikaanse Kyalami wordt de derde Grote Prijs van het seizoen verreden. Aanvankelijk hangt het lot van de race nog aan een zijden draadje vanwege de oliecrisis – waarbij Zuid-Afrika één van de zwaarst getroffen landen is – maar uiteindelijk gaat de wedstrijd toch door zoals gepland. Enkel de voorafgaande testritten, die omwille van het gunstige klimaat gebruikelijk over enkele weken uitgesmeerd worden, zijn wat ingekort. Het kan evenwel niet verhinderen dat aan de race een treurige proloog voorafgaat, wanneer een week voor de Grand Prix Peter Revson in zijn Shadow zwaar crasht als gevolg van een remdefect. Hoewel verschillende coureurs onmiddellijk op de plaats des onheils arriveren, komt alle hulp te laat. Revson, die in 1973 nog twee Grote Prijzen won, sterft ter plaatse. De Amerikaan werd 35 jaar oud. Het Shadow-team geeft als teken van rouw forfait voor het Grand Prix-weekend.

In de kwalificaties verovert Niki Lauda (Ferrari) zijn eerste pole uit zijn carrière, voor Carlos Pace (Surtees), de verrassende Arturo Merzario (Iso-Marlboro) en Carlos Reutemann (Brabham). Lotus zet voor het eerst de nieuwe Lotus 76 oftewel JPS (naar de sponsor John Player Special) in, de opvolger van de al uit 1970 stammende succesauto Lotus 72. Het nieuwe model stelt echter al van bij aanvang teleur en reeds na enkele races zal het team uit arren moede naar de Lotus 72 teruggrijpen. Bij de start snellen Lauda en Reutemann er vandoor en na enige tijd weet de Argentijn de kop over te nemen. Ondertussen wordt de rest van het deelnemersveld, met tweede Ferrari-man Regazzoni op kop, op achterstand gereden. De Zwitser valt een tiental ronde voor het einde uit en ook Lauda moet met nog slechts een paar ronden te gaan nog de duimen leggen. Zodoende wint Reutemann, die voordien al een paar keer dicht bij de zege was geweest maar steevast door het pechduiveltje getroffen werd, met groot overmacht eindelijk zijn eerste Grote Prijs. Hij is meteen de eerste Argentijnse winnaar sedert de legendarische Juan-Manuel Fangio. De Fransman Jean-Pierre Beltoise (BRM) wordt een verrassende tweede – meteen de laatste ereplaats voor het ooit zo roemruchte Britse merk – en Mike 'The Bike' Hailwood, derde McLaren-rijder in 1974, wordt derde. De overige punten zijn voor Patrick Depailler (Tyrrell), Hans-Joachim Stuck (March) en Arturo Merzario. In de WK-stand blijft Regazzoni nog steeds op kop met 10 punten, maar hij wordt op één punt gevolgd door maar liefst vier man: Hulme, Fittipaldi, Hailwood en Reutemann. Beltoise volgt als zesde op amper twee punten. Veel dichter bij elkaar dan na drie races in 1974 kan het veld haast niet zitten.


Matthijs

Kyalami en Shadow was geen gelukkige combinatie zo te lezen (remember Tom Pryce). Twee van je coureurs dood in 3 jaar en allebei op hetzelfde circuit...

SDG

#696
31 maart 2002

Op het Interlagos-circuit in Sao Paulo wordt de Grote Prijs van Brazilië verreden, de derde wedstrijd van het seizoen. Wereldkampioen Michael Schumacher (Ferrari) en Juan-Pablo Montoya (Williams), die in de vorige Grote Prijs in Maleisië in de eerste bocht met elkaar in aanraking kwamen, zetten hier in Sao Paulo hun onderlinge machtsstrijd voort. In de kwalificaties is de Colombiaan alvast de snelste van de twee en hij verovert met iets meer dan een tiende van een seconde voorsprong op Schumacher de pole.

In de wedstrijd gaat het partijtje armworstelen gewoon verder. Montoya is als snelste weg, maar bij het uitkomen van de Senna 'S' weet de Duitser zijn opponent te verschalken. In het afremmen voor de volgende bocht verkijkt de Williams-coureur zich echter op zijn voorligger, die hij licht aanraakt, met een gebroken voorvleugel tot gevolg. Een furieuze Montoya mag meteen de pits opzoeken en beginnen aan een felle achtervolgingrace om nog te redden wat er te redden valt, Schumacher loopt bij de touché geen schade op en kan zijn weg gewoon voortzetten. Na enkele ronden komt Ferrari-ploegmaat Rubens Barrichello echter opzetten. De Braziliaan, die in tegenstelling tot de wereldkampioen nog met de auto van vorig jaar rijdt – Schumacher krijgt de eer om de nieuwe F2002 in Brazilië de vuurdoop te geven – is lichter gestart en neemt uiteindelijk ook de leiding over. Of de strategie de goede was zullen we nooit weten, want na zestien ronden valt Barrichello, tot grote droefenis van zijn landgenoten op de tribunes, uit met een hydraulisch defect. Ook nu weer is Rubens geen sant in eigen land en bovendien haalde hij in 2002 nog geen enkele keer de finish.

Michael Schumacher krijgt vervolgens zijn broer Ralf (Williams) achter zich en de respectievelijke winnaars van de eerste twee races van het seizoen rijden in de slotfase op korte afstand van elkaar. Tot een serieuze inhaalpoging komt het echter niet en Michael wint uiteindelijk met een halve seconde voorsprong op Ralf. David Coulthard (McLaren) wordt derde en scoort zijn eerste punten van het seizoen, zij het op bijna een volle minuut van beide Schumacher-broers. De vice-wereldkampioen van 2001 kijkt in het WK na drie wedstrijden al tegen een achterstand van 20 punten op Michael Schumacher aan en het seizoen lijkt voor het team van Ron Dennis nu al verloren, temeer daar Kimi Räikkönen enkele ronden voor het einde nog uitvalt. Jenson Button (Renault) finisht daardoor net als in Maleisië als vierde en bevestigt hiermee zijn goede vorm, terwijl teamgenoot Jarno Trulli ook eens te meer uitvalt, deze keer met een kapotte motor. Aan de pech van de Italiaan lijkt maar geen einde te komen. Montoya wordt nog vijfde en Mika Salo (Toyota) pakt het laatste puntje.

In de warm-up voorafgaand aan de race is er nog een beangstigend moment wanneer Enrique Bernoldi (Arrows) crasht. De medische wagen, die assistentie komt bieden, wordt vervolgens geramd door de Sauber van Nick Heidfeld. De Duitser rijdt tegen de openstaande deur van de auto aan; bestuurder Alex Ribeiro komt met de schrik vrij.






SDG

#697
2 april 1978

Carlos Reutemann (Ferrari) wint in de straten van het Amerikaanse Long Beach de Grote Prijs van de Verenigde Staten-West, de vierde race van het seizoen. Ferrari zet het Californische weekend helemaal naar zijn hand: beide rode wagens uit Maranello bezetten de eerste startrij – met Reutemann voor Gilles Villeneuve.

Het is de Canadees die het snelste weg is en zo voor het eerst in zijn carrière aan de leiding van een Grote Prijs gaat, terwijl Reutemann zich bij de start laat verschalken door beide Brabham-Alfa's van John Watson en Niki Lauda. Doordat de Noord-Ier en de Oostenrijkse wereldkampioen echter met pech naar de kant moeten, kan Reutemann terug naar de tweede plaats oprukken. Villeneuve ligt echter nog steeds aan de leiding, tot hij halverwege de wedstrijd zich verslikt bij het dubbelen van de Shadow van – o ironie – ex-Ferrari-man Clay Regazzoni, wat het einde van zijn race betekent.

Reutemann komt daardoor op kop in de race en hij zal die niet meer afstaan, hoewel Alan Jones het hem een hele tijd nog knap lastig maakt. De Australiër is in zijn Williams de revelatie van de wedstrijd; voor zijn werkgever Frank Williams is Long Beach 1978 de beste race sedert hij als teambaas actief is in de Formule 1. Het team, met de getalenteerde ontwerper Patrick Head achter de tekentafel, geeft hier een eerste voorproefje van wat de toekomst nog zal brengen. Een haperende motor zorgt er echter voor dat Jones tegen het einde nog sterk terugvalt en pas als zevende finisht, net buiten de punten.

De zege van Reutemann komt echter niet meer in gevaar. De Argentijn komt door zijn overwinning op gelijke hoogte in de WK-stand met Mario Andretti (Lotus), die voor eigen publiek als tweede eindigt. De resterende punten zijn voor Patrick Depailler (Tyrrell), Ronnie Peterson (Lotus), Jacques Laffite (Ligier) en Riccardo Patrese, die het Arrows-team het eerste punt uit zijn bestaan bezorgt.


SDG

3 april 2005

De Formule 1 strijkt voor de tweede keer in de geschiedenis neer in Bahrein, voor de derde Grote Prijs van het seizoen 2005. Na twee races die glansrijk gewonnen werden door Renault, hoopt Ferrari hier in het Midden-Oosten eindelijk terug te kunnen slaan. Dit middels de nieuwe Ferrari F2005, die de teleurstelling van het overgangsmodel waarmee men het seizoen aanving moet doen vergeten. Ook McLaren hoopt op de sprong naar voren, al zal het daarvoor in Bahrein geen beroep kunnen doen op Juan-Pablo Montoya, die out is wegens een armblessure, officieel als gevolg van een ongeval bij een partijtje tennissen. In zijn plaats neemt testrijder Pedro de La Rosa plaats in de tweede wagen.

In de kwalificaties staat er echter geen maat op Maleisië-winnaar Fernando Alonso (Renault), die zijn tweede pole van het seizoen pakt, voor Schumacher en de alweer bijzonder sterk voor de dag komende Jarno Trulli (Toyota). Bij de start, die in een verzengende hitte wordt gegeven, rijden de eerste drie op de startgrid ook in die volgorde weg. Vooraan ontstaat er al snel een spannend gevecht om de koppositie tussen Alonso en Schumacher, dat echter abrupt eindigt wanneer de Ferrari – die omwille van het overlijden van Paus Johannes-Paulus II dit weekend van een zwartgeschilderde neus voorzien is – met een hydraulisch defect uitvalt. Voor Schumacher is het pas de eerste keer sedert de Grote Prijs van Duitsland 2001 dat hij met mechanische pech uit de race verdwijnt.

Na het wegvallen van de titelverdediger ebt de spanning uit de wedstrijd weg. Alonso wordt niet meer bedreigd en waar zijn teamgenoot Giancarlo Fisichella al na enkele ronden het veld moet ruimen met motorpech, wint de Spanjaard zijn tweede GP op rij. Jarno Trulli is net als in Maleisië tweede, terwijl Kimi Räikkönen (McLaren) de laatste podiumstek pakt. De resterende punten zijn voor Ralf Schumacher (Toyota), Pedro de la Rosa (McLaren), Mark Webber (Williams), Felipe Massa (Sauber) en David Coulthard (Red Bull).

In de WK-stand kiest Alonso het hazenpad: na drie races heeft hij 26 punten, tegenover 16 voor Trulli, 10 voor Fisichella en 9 voor Coulthard en Ralf Schumacher. Bij de constructeurs voert Renault eveneens de stand aan, voor Toyota en McLaren. Jordan, Minardi en BAR - tweede in het constructeurskampioenschap in 2004 - zijn nog steeds puntenloos.


SDG

#699
4 april 1982

Niki Lauda (McLaren) wint in de straten van Long Beach de Grote Prijs van de Verenigde Staten-West. Voor de Oostenrijkse tweevoudige oud-wereldkampioen is het zijn eerste zege sedert zijn verrassende terugkeer in de Formule 1 aan het begin van dit seizoen, waarmee hij nu ook de allerlaatste twijfelaars de mond snoert omtrent zijn beweegredenen, zijn motivatie en zijn onaangetast gebleven stuurmanstalent.



Niki Lauda knoopt opnieuw aan met de zege

Aanvankelijk is het echter een andere rood-witte Marlboro-wagen die alle aandacht opeist: de Alfa Romeo van Andrea de Cesaris. De Italiaanse woelwater, die berucht is geworden voor zijn vele crashes, verovert op het voor deze editie licht hertekende circuit zijn eerste polepositie uit zijn carrière. Velen slaat de schrik dan ook om het hart, doch de Cesaris neemt een perfecte start en neemt zonder brokken de leiding van de wedstrijd. Het is echter zijn Alfa-teamgenoot Bruno Giacomelli die voor de verwachte crash zorgt, wanneer hij in aanrijding komt met de Renault van René Arnoux. Dit brengt Lauda in tweede positie en de Oostenrijker nadert zienderogen op koploper de Cesaris, die hij na een vijftiental ronden weet te passeren.



Mario Andretti in een Williams

Lauda slaat snel een kloof, loopt stelselmatig uit op de achtervolgers en wordt niet meer bedreigd voor de zege. De Cesaris verdwijnt na een dertigtal ronden alsnog door een crash uit de race, waardoor de tweede plaats nu in handen komt van Keke Rosberg (Williams). De Fin is vanaf dit weekend plotsklaps tot eerste piloot bij Williams gebombardeerd, nadat de Argentijn Carlos Reutemann een paar dagen eerder onverwachts zijn afscheid aan de Formule 1 aankondigde. In Long Beach bestuurt een andere veteraan, Mario Andretti, eenmalig de tweede Williams. De Amerikaanse wereldkampioen van 1978, die vanaf dit seizoen naar de Indycars overgestapt is, heeft voor deze race nog een gaatje gevonden in zijn agenda. Een aanbod van Frank Williams voor de rest van het seizoen moet hij echter afslaan. In de laatste twee wedstrijden van 1982 zal hij niettemin nog eens terugkeren in de Formule 1, bij Ferrari.



Gilles Villeneuve wordt gediskwalificeerd

De Scuderia zelf behaalt in Long Beach een derde plaats dankzij Gilles Villeneuve, doch de Canadees wordt uit de uitslag geschrapt wegens een experimentele en onreglementair bevonden achtervleugel, die uit twee afzonderlijke delen bestaat. Zo erft Riccardo Patrese (Brabham) de derde plaats, voor Michele Alboreto (Tyrrell), Eio de Angelis (Lotus) en John Watson (McLaren).

De Zweed Slim Borgudd (Tyrrell) komt voor het laatst aan de start van een Grote Prijs, terwijl de Colombiaan Roberto Guerrero (Ensign) zich voor het eerst kwalificeert. De wedstrijd in Long Beach is de eerste van in totaal drie Grote Prijzen die in 1982 in de Verenigde Staten verreden zullen worden; later op het seizoen volgen nog races in Detroit en Las Vegas. Het is het eerste en enige jaar in de Formule 1-geschiedenis dat in eenzelfde land drie wedstrijden plaatsvinden.


SDG

5 april 1992

Nigel Mansell (Williams) wint in Sao Paulo de Grote Prijs van Brazilië. De Brit behaalt daarmee zijn derde zege op rij in evenveel races in 1992. Net als de vorige keren eindigt zijn teamgenoot Riccardo Patrese als tweede, al biedt die deze keer iets meer weerwerk door bij de start de leiding te nemen en vervolgens een tijd op kop te rijden. Titelverdediger Ayrton Senna, die voor het eerst de nieuwe McLaren voor dit seizoen tot zijn beschikking heeft, komt er niet aan te pas. Hij moet zich tevreden stellen met een felle strijd voor de derde plaats met Michael Schumacher (Benetton), tot hij met pech uit de race verdwijnt. De Duitser wordt zo opnieuw derde, zij het op meer dan een ronde van Mansell.

De Williams-tandem is op Interlagos superieur aan de rest en zelfs een flinke trainingscrash van Mansell, als gevolg van een misverstand met Senna, kan de uitkomst van de wedstrijd niet veranderen. De Ferrari's van Jean Alesi en Ivan Capelli worden vierde en vijfde, waarmee ze hun eerste punten van het seizoen scoren, Michele Alboreto (Arrows) pakt het laatste puntje. Achteraan het deelnemersveld weet Giovanna Amati (Brabham) zich opnieuw niet te kwalificeren, waardoor het liedje van de laatste vrouwelijke coureur tot op heden definitief uitgezongen is. Vanaf de volgende wedstrijd in Spanje wordt ze vervangen door Damon Hill.

In de WK-stand heeft Mansell nog steeds het maximum van 30 punten, voor Patrese met 18 en Schumacher met 11. Senna heeft slechts 4 punten en kijkt zo reeds tegen een flinke achterstand aan in de titelstrijd.


SDG

7 april 1996

Damon Hill (Williams) wint in Buenos Aires de Grote Prijs van Argentinië. De Britse WK-leider vertrekt van op polepositie en rijdt van start tot finish aan de leiding. Met zijn zege in de slotrace van 1995 inbegrepen is het al zijn vierde zege op rij, waarmee hij na pas drie races in 1996 al een fiks voorschot op de wereldtitel neemt. Niettemin is de tweede Grote Prijs van Argentinië sedert de comeback van de wedstrijd het voorgaande jaar een spektakelstuk, dat vooral gekenmerkt wordt door een safetycarfase halverwege de race, die veroorzaakt wordt door een crash tussen Pedro Diniz (Ligier) en Luca Badoer (Forti), waarbij laatstgenoemde over kop slaat. Tijdens de neutralisatie, die voor de coureurs niets dan ergernis oplevert doordat als safety car een Renault Clio(!) – die veel te langzaam is en voor een dramatische daling in de bandentemperatuur zorgt – de baan opgestuurd wordt, wordt Diniz zelf een slachtoffer. Wanneer bij zijn tankstop de brandstofklep blijft open staan, verandert zijn auto als gevolg van lekkende benzine in een ware vuurbal. De Braziliaan komt evenwel met de schik vrij. Na Hill wordt Jacques Villeneuve (Williams) uiteindelijk tweede, gevolgd door Jean Alesi (Benetton), Rubens Barrichello (Jordan), Eddie Irvine (Ferrari) en Jos Verstappen (Arrows). De Nederlander rijdt een sensationele race, vertrekkend van de zevende startplaats, en is de hele race lang sneller dan de beide McLarens. Het zal echter zijn enige WK-punt van het seizoen worden.




Jehoentelaar

Na Monaco wel de meest spektaculaire race van dat seizoen.

SDG

#703
Citaat van: Jehoentelaar op 07 april 2013 - 19:51:47
Na Monaco wel de meest spektaculaire race van dat seizoen.

1996 vond ik best een leuk seizoen, zelfs al viel het kampioenschap al snel in een beslissende plooi, met enkel Jacques Villeneuve die concurrentie kon bieden aan Damon Hill.

Het valt mij trouwens in dat de meeste seizoenen die eindigen op een '6' best boeiend waren: 1976, 1986, 1996, 2006...