Vandaag in de F1-geschiedenis....

Gestart door 0634, 05 augustus 2011 - 09:06:36

« vorige - volgende »

Kootje

Citaat van: Matthijs op 30 september 2011 - 11:26:04
Kootje, mooi verhaal! Je beseft alleen wel dat je een foto van Hill hebt geplaatst ipv Vd Poele? Bij gebrek aan beter?

Oops  :-[

Bij de foto stond vd Poele, heb gewoon niet verder gekeken eigenlijk.
Gaat 'm direct aanpassen.

0634

1 oktober 1942

Jean-Pierre wordt geboren in Parijs. De racerij zit op dat moment in de lift in Frankrijk en de Parijzenaar raakt dan ook al snel in de ban van het racevirus. Jabouille blijkt talentvol. Toch maakt hij, ondanks de nodige aansprekende resultaten in andere raceklassen, pas op 28-jarige leeftijd zijn debuut in de F1. Voor het team van Frank Williams mag Jabouille in 1974 het proberen tijdens de GP van Frankrijk, maar de Fransman kan zich niet kwalificeren. Ook John Surtees geeft hem eenmalig een kans dat jaar maar ook op de Osterreichring mag Jabouille niet van start gaan.

Een jaar later, in 1975, concentreert hij zich nog steeds op Formule 2, maar mag andermaal opdraven tijdens de Franse GP. Ditmaal voor Ken Tyrrell. Voor het eerst weet hij zich te kwalificeren en Jabouille finisht op Paul Ricard op een 12e plek. In 1976 rijdt hij geen enkele GP maar wordt hij wel Formule 2 kampioen.

Elf heeft dan genoeg gezien en helpt hun protege aan een plek bij Renault, dat op dat moment als eerste bezig is om een turbomotor te ontwikkelen. Andere teams zijn nog sceptisch: de turbo's slurpen simpelweg te veel, moeten daardoor veel te veel kilo's aan bezine meenemen en dan is er ook nog het probleem van de zogenaamde turbolag, waardoor er teveel vertraging zit tussen het gas geven en het effect daarvan op de baan. Zeker op bochtige circuits is dit een enorm probleem. Het grootste euvel voor Renault is echter de onbetrouwbaarheid van de motoren.



In 1978 mag Jabouille dan ook 14 keer zijn opwachting maken maar valt, mede door de sputterende turbo's liefst 9 keer uit. In Amerika behaalt hij echter een bemoedigende 4 plaats en tevens laat de Fransman in kwalificaties regelmatig zien wel de snelheid te hebben.

Een jaar later stapt Rene Arnoux in bij Renault naast Jabouille, maar het jaar begint toch weer met de nodige uitvalbeurten. Uitgerekend tijdens de thuisrace van zowel Renault, bandenleverancier Michelin, benzineproducent Elf, als Jabouille zelf, gebeurt het onverwachte: de door een turbo aangedreven Renault wint in Dijon! De aandacht gaat vooral uit naar het schitterende gevecht om plek 2 en 3 tussen Villeneuve en Arnoux, maar ondertussen schrijven Jabouille en Renault wél geschiedenis met hun turbo. Het is het teken voor de andere grote teams om snel met eigen turbo's op de markt te komen.

Toch blijven uitvalbeurten Renault achtervolgen. Ook in 1980 zet dat zich voort. Af en toe wordt Jabouille er moedeloos van. Dat jaar finisht Jabouille slechts twee schamele keren, al wint hij op de Osterreichring zijn tweede race, voor de latere wereldkampioen Alan Jones. In Canada gaat het echter helemaal is voor de Fransman. De ophanging breekt, hij crasht zwaar en loopt een zware beenbreuk op.

Jabouille mist de laatste race van 1980 op Watkins Glen en de eerste twee van 1981. Jabouille, ondertussen bij Renault vervangen door het jonge talent Alain Prost en overgestapt naar Ligier, stapt pas in Argentinie weer in zijn racewagen. De crash in Montreal blijkt echter zijn sporen te hebben nagelaten en Jabouille kan zich niet kwalficeren.

De Parijzenaar worstelt met zijn fitheid na zijn beenbreuk en besluit na een paar armoedige resultaten voor Ligier er na Spanje de brui aan te geven. Na 55 GP's, 2 zeges, 2 podiums, 6 poles en 21 punten is het voorbij. Als directeur van Peugeot Sport komt hij nog eventjes terug in de Formule 1 in 1995, maar na magere resultaten met McLaren en Jordan wordt hij ontslagen. Het is het definitieve afscheid voor Jabouille van de F1.












0634

#122
2 oktober 1919:

Jan Flinterman werd geboren. Samen met Dries van der Lof was de oud-luchtmachtpiloot de allereerste Nederlandse Formule 1-coureur. Beiden namen deel aan 1 Grand Prix, op Zandvoort in 1952. Flinterman werd in zijn Maserati negende. De Hagenaar stierf in 1992.



Foto: Flinterman (16) raast door de duinen achter Duncan Hamilton aan.

Kootje

Aaah, je bent me net voor.  :(

;D  :D  ;D


SDG

#125
12 oktober 1986

Voor de eerste keer sedert 1970 keert de Formule 1 terug naar Mexico. De race, die nog steeds zoals voorheen op het circuit Hermanos Rodriguez in Mexico-Stad verreden wordt, kent met Gerhard Berger (Benetton-BMW) een verrassende winnaar. Zowel voor Berger als voor Benetton is het de eerste overwinning in de Formule 1. Voor de Oostenrijker, die zich voordien al ontpopt had tot de revelatie van het seizoen 1986, is het tevens de definitieve bevestiging als toppiloot, wat hem voor 1987 een transfer naar Ferrari oplevert. Berger dankt zijn zege vooral aan het Pirelli-rubber waarmee Benetton dat jaar rijdt: waar zijn op Goodyear rijdende collega's allen een of meerdere keren de pit in moeten, weet hij de race op één enkel setje banden uit te rijden. Tweede wordt Alain Prost (McLaren-TAG), die daardoor in de running blijft voor de titel, derde wordt Ayrton Senna (Lotus-Renault). De Braziliaan pakt de laatste podiumplaats pas na een lang en spannend duel met Stefan Johansson (Ferrari), die enkele ronden voor het einde nog zijn motor opblaast. Het Williams-Honda duo Nelson Piquet en Nigel Mansell - laatstgenoemde mist bovendien zijn start compleet en rijdt de hele wedstrijd achter de feiten aan - kampt de hele wedstrijd met bandenproblemen en finisht slechts als respectievelijk vierde en vijfde. Met name voor Mansell, die in Mexico mits een zege al wereldkampioen had kunnen worden, is dit een teleurstellend resultaat, wat hem twee weken later bij de seizoensfinale in Adelaide zuur zal opbreken.


SDG

#126
13 oktober 1996

Damon Hill wint op de omloop van Suzuka de Grote Prijs van Japan en kroont zichzelf daarmee tot wereldkampioen Formule 1. Zijn enige nog overblijvende rivaal voor de titel, zijn Williams-teamgenoot Jacques Villeneuve, valt uit wanneer zijn bolide op het rechte stuk bij start finish een wiel verliest. Voor de Britse coureur is het na twee vice-wereldtitels in 1994 en 1995 derde keer, goede keer. Hij is bovendien de eerste zoon van een oud-wereldkampioen Formule 1 die zelf ook de titel weet te pakken. Vader Graham lukte dit in 1962 en 1968. Hill krijgt van zijn werkgever Frank Williams niet de kans om zijn titel in 1997 te verdedigen, aangezien het team voor de Duitser Heinz-Harald Frentzen kiest en hijzelf naar Arrows verhuist, waar hij een jaar lang hoofdzakelijk in de achterhoede zal rondrijden. Pas in 1998 zal Hill bij Jordan weer de beschikking krijgen over een wagen die zijn capaciteiten eer aandoet, met o.a. een zege op een verregend Spa. Eind 1999 houdt de Brit na een teleurstellend tweede seizoen bij Jordan, waarin hij als de spreekwoordelijke nachtkaars uitgaat, de F1 definitief voor bekeken.

De Japanse GP van 1996 is tevens de laatste voor Hill's landgenoot Martin Brundle, die na 165 GP-deelnames de helm aan de haak hangt en voortaan tv-commentator bij Formule 1-races wordt, een job die hij tot op de dag van vandaag uitoefent. Tevens verdwijnt de naam Ligier uit de Formule 1; vanaf het daaropvolgend seizoen luistert het Franse team naar de naam van zijn nieuwe eigenaar Alain Prost. Ook wordt na drieëntwintig seizoenen een punt gezet achter de samenwerking tussen Marlboro en McLaren. De tabaksgigant wordt met ingang van 1997 hoofdsponsor van Ferrari.


SDG

#127
15 oktober 1983: in het Zuid-Afrikaanse Kyalami valt het doek over het seizoen 1983. Nog drie rijders maken kans op de wereldtitel: Alain Prost (Renault, 57 punten), Nelson Piquet (Brabham-BMW, 55 punten) en René Arnoux (Ferrari, 49 punten). Laatstgenoemde speelt geen rol van betekenis in de wedstrijd, maar de race wordt niettemin een spannende en dramatische aangelegenheid. Piquet schiet er bij de start als een pijl vandoor en laat Prost onmiddellijk achter de feiten aan rijden. Wanneer de Renault iets voor halfweg met motorpech uitvalt, heeft Piquet aan een vierde plaats genoeg om zijn tweede titel te pakken en laat zijn teamgenoot Riccardo Patrese vervolgens de kop van de wedstrijd nemen. De Italiaan behaalt zijn tweede zege, voor Andrea de Cesaris (Alfa Romeo); Piquet finisht uiteindelijk als derde en is de eerste wereldkampioen met een turbomotor. Hij volgt op de erelijst de Fin Keke Rosberg op, wiens team Williams in Kyalami voor het eerst met een Honda-turbomotor aan de start komt. De verrassing van de race is echter Niki Lauda, die met de McLaren TAG/Porsche in het middenveld start maar onweerstaanbaar naar voren oprukt. Een paar ronden voor het einde heeft hij de leidende Patrese in het vizier, tot een mechanisch defect een einde maakt aan zijn race. Niettemin geeft McLaren hier al een voorproefje van wat de rest van het deelnemersveld in 1984 te wachten staat. In de eindstand van het WK gaat Piquet Prost en Arnoux vooraf, bij de constructeurs is de titel voor Ferrari, voor Renault en Brabham. De Franse turbopionier blijft in het jaar dat de turbomotoren definitief een eind maken aan de jarenlange heerschappij van de atmosferische Cosworth-drielitermotor dus andermaal met lege handen achter. Bij de Fransen is de teleurstelling immens; Prost en Renault geven elkaar de schuld van de mislukking. Het wederzijdse vertrouwen blijkt onherstelbare schade opgelopen te hebben en enkele dagen na de race komt dan ook het nieuws dat Renault de samenwerking met zijn topcoureur stopzet. Ron Dennis is er als de kippen bij en haalt Prost voor 1984 naar McLaren.


SDG

#128
15 oktober 1983: op dezelfde dag waarop zijn landgenoot Nelson Piquet zijn tweede wereldtitel pakt, wordt in het Braziliaanse São Paulo huidig Formule 1-coureur Bruno Senna geboren.


0634

Citaat van: SDG op 15 oktober 2011 - 07:22:48
Bij de Fransen is de teleurstelling immens; Prost en Renault geven elkaar de schuld van de mislukking. Het wederzijdse vertrouwen blijkt onherstelbare schade opgelopen te hebben en enkele dagen na de race komt dan ook het nieuws dat Renault de samenwerking met zijn topcoureur stopzet. Ron Dennis is er als de kippen bij en haalt Prost voor 1984 naar McLaren.
Er was ook het verhaal dat Prost zou hebben geslapen met de vrouw van een van Renaults topmannen.

SDG

#130
16 oktober 2005: Fernando Alonso (Renault) wint de Grote Prijs van China in Shanghai. Voor de Spanjaard is het de eerste zege sedert hij twee wedstrijden terug in Brazilië de titel wist te veroveren. Het is tevens zijn zevende overwinning van het seizoen, waarmee hij op gelijke hoogte komt met vice-wereldkampioen Kimi Raikkönen (McLaren) qua aantal zeges in 2005. Raikkönen wordt tweede in China, Ralf Schumacher (Toyota) derde. Renault legt tevens beslag op de constructeurstitel. Uittredend wereldkampioen Michael Schumacher (Ferrari) sluit een teleurstellend seizoen in mineur af door maar liefst tweemaal te crashen. In de formatieronde naar de startgrid komt hij in aanrijding met Christian Albers (Minardi) en in de race zelf spint hij tijdens een safetycarfase van de baan, wat meteen het einde van zijn race betekent. De wedstrijd wordt maar liefst tweemaal geneutraliseerd: de eerste keer omwille van een loszittend stuk kerbstone waarop Juan-Pablo Montoya (McLaren) zijn ophanging breekt, de tweede keer omwille van een zware crash van de Indiër Narain Karthikeyan (Jordan). De slotwedstrijd van 2005 is de laatste race voor de Braziliaanse Williams-reserverijder Antonio Pizzonia én voor de teams BAR, Sauber, Jordan en Minardi, die opgekocht worden en in 2006 als respectievelijk Honda, BMW, Midland en Toro Rosso door het leven zullen gaan.


SDG

#131
17 oktober 1981: In het Amerikaanse Las Vegas wordt op de parking van het beroemde Ceasar's Palace-hotel/casino de slotwedstrijd van het WK 1981 verreden. Voor aanvang van de race zijn er nog drie kanshebbers op de wereldtitel: de Argentijn Carlos Reutemann (Williams, 49 punten), de Braziliaan Nelson Piquet (Brabham, 48 punten) en de Fransman Jacques Laffite (Ligier, 43 punten). Geen van hen zal echter een voorname rol spelen in de strijd om de zege, die naar Reutemann's teamgenoot Alan Jones gaat. De uittredende wereldkampioen rijdt in Las Vegas zijn laatste wedstrijd; een beslissing waar hij later tot tweemaal toe zal op terugkomen, want zowel in 1983 (1 GP bij Arrows) als in 1985-86 (anderhalf seizoen bij Lola) keert hij terug in de Formule 1. De van pole gestarte Reutemann kan geen vuist maken en finisht buiten de punten als achtste, Laffite wordt zesde en het is uiteindelijk Nelson Piquet die aan een vijfde plaats voldoende heeft om met één puntje voorsprong zijn eerste wereldtitel te pakken. De constructeurstitel is voor Williams. De afsluitende wedstijd van 1981 is tevens de laatste start voor Piquet's teamgenoot, de Mexicaan Hector Rebaque, terwijl de Brit Derek Warwick zich in zijn Toleman-Hart voor de allereerste keer weet te kwalificeren. De race in Las Vegas was geen succes; het compacte en fantasieloze circuit is op diverse internetsites zelfs uitgeroepen tot de slechtste F1-omloop ooit. Na nog een tweede race in 1982 keerde de Formule 1 er dan ook nooit meer terug.


SDG

18 oktober 1987: op het Hermanos Rodriguez-circuit in Mexico wordt de op twee na laatste GP van het seizoen 1987 verreden. Nigel Mansell (Williams-Honda) behaalt zijn zesde zege van het seizoen en blijft zo nog steeds in de running voor de wereldtitel, hoewel de tijd stilaan in het voordeel begint te spelen van zijn teamgenoot Nelson Piquet, die nog steeds riant de tussenstand aanvoert. Mansell start in Mexico vanuit polepositie, maar het zijn Thierry Boutsen (Benetton-Ford) en Gerhard Berger (Ferrari), die na een chaotische startronde – waarbij meteen een aantal rijders waaronder titelverdediger Alain Prost uit de wedstrijd crashen – de kop van de wedstrijd nemen. De Belg en de Oostenrijker lijken voor een verrassing te kunnen zorgen, maar wanneer beiden met mechanische pech uitvallen, is het weer 'business as usual' en stoomt de Williams-Honda tandem onverbiddelijk op naar een nieuwe dubbelzege. Een zware crash van Derek Warwick (Arrows-Megatron) zorgt er halverwege voor dat de wedstrijd tijdelijk wordt stilgelegd; in die tijd was er immers nog geen safetycar. De tijden van beide wedstrijdhelften worden aan het einde vervolgens bij elkaar opgeteld. Hoewel Piquet als eerste over de meet gaat, is het zo toch Mansell die tot winnaar uitgeroepen wordt. Riccardo Patrese (Brabham-BMW) is een verrassende derde. Bij Larrousse maakt de jonge Fransman Yannick Dalmas zijn F1-debuut.


SDG

#133
19 oktober 1985: Nigel Mansell wint in een Williams-Honda op de omloop van Kyalami de Grote Prijs van Zuid-Afrika. De Brit bewijst daarmee definitief dat zijn eerste overwinning, die hij pas twee weken voordien in de Europese GP op Brands Hatch behaalde, geen toevalstreffer was. Ploegmaat Keke Rosberg maakt er een dubbelzege van voor Williams, kersvers wereldkampioen Alain Prost eindigt derde. Het is de laatste keer dat de Formule 1 op de oude, snelle omloop van Kyalami aantreedt; de volgende doortocht in Zuid-Afrika zal pas in 1992 op een inmiddels totaal hertekend circuit plaatsgrijpen. Debet daaraan is de internationaal fel bekritiseerde Apartheidspolitiek in het land, die bovendien voor deze laatste passage al verschillende teams doet afhaken: Renault, Ligier en Lola sturen hun kat, zodat er slechts twintig wagens aan de start staan. Vanaf de tweede helft van de jaren negentig wordt zo'n klein deelnemersveld iets heel gewoons, in 1985 is het echter nog een uitzonderlijk gebeuren.


SDG

#134
21 oktober 1990

In het Japanse Suzuka wordt de kortste en wellicht meest controversiële titelstrijd uit de geschiedenis afgewerkt. Eén jaar na hun vorige aanvaring komen Ayrton Senna en Alain Prost – toen nog ploegmaats bij McLaren, nu rechtstreekse rivalen bij McLaren respectievelijk Ferrari – opnieuw met elkaar in aanraking. Senna, die de voortdurende machinaties en manipulaties vanwege de FISA en in het bijzonder zijn Franse voorzitter Jean-Marie Balestre zat is, ontwaart een nieuw complot tegen zijn persoon ten voordele van Prost wanneer de polepositie, die hij behaalde, zonder hem te consulteren van de buitenkant naar de binnenkant van de baan - waar minder grip is - wordt verplaatst. Nog voor de start neemt hij zich voor Prost geen centimeter ruimte te veel te gunnen. Wanneer de sneller gestarte Prost de eerste bocht aansnijdt, weigert Senna van het gas te gaan en beide wagens haken in elkaar. De strijd om het kampioenschap is daarmee beslecht, Senna behaalt zijn tweede wereldtitel. De race zelf wordt gewonnen door de Braziliaan Nelson Piquet (Benetton-Ford), voor zijn kersverse ploeggenoot Roberto Moreno, die de bij een helikopterongeval zwaar gekwetst geraakte Alessandro Nannini vervangt. Voor Piquet is het de eerste zege in drie jaar, voor Benetton is het de eerste dubbele overwinning ooit. Derde wordt Aguri Suzuki (Larrousse), die daarmee het beste resultaat ooit voor een Japanse coureur in zijn thuisrace laat optekenen.